In 1658 werd bij Samuel Pepys (1633-1703) een blaassteen verwijderd. Dat was een levensgevaarlijke operatie, want van hygiëne had nog nooit iemand gehoord: messen, tangen, naalden en scalpels werden niet ontsmet, handen niet gewassen, dokterskleding bestond nog niet en narcose liet nog bijna twee eeuwen op zich wachten. Pepys overleefde de operatie echter, en hoe bijzonder dit was, blijkt wel uit het feit dat hij jaarlijks een diner organiseerde voor familie en vrienden om dit heugelijke feit te vieren. Kortom: ziek zijn was een levensgevaarlijke onderneming. Zo maar wat ‘Remedien’ uit het jaar 1679:
- Door de heete Zon, en het hotsen van Wagens, komt dikwijls te gebeuren dat u neus aan ’t bloeden geraakt: drukt dan een Duyt, of een Boon tegen het voorhoofd aan; of neemd het afschraapsel van een kopere Ketel, steekt dat met wat pluksel van Linnen in de Neus; of men giet onverziens een kopje kout water agter in den hals.
- Krijgt iemand een quade Keel: neemd gekapte Rapen, met wat Koemis (koemest), kook deselve in dunne-bier dat versch is, en bind dat om den hals.
- Door de koude Lucht of schrale winde, krijgt men dikwijls een ruissinge en suisinge in het oor: neemd uw eygen water (urine dus), maakt het heet, en bevogtigt daar mede een heet witte brood, en legt dat op het oor.
- Indien een Persoon met een Koors bevangen word: neem een Spinnekop, bryzeld hem, en doet hem in een doekje, bind hem dan op het voorhooft, of slapen des Hoofds.
Tweehonderd jaar later (in de 19e eeuw) wist men wel beter, maar ook toen nog werd het drinken van ezelinnenmelk geadviseerd bij tuberculose. ‘Vies op schoon’ was de remedie tegen allerlei kwalen. Wie een open wond had moest er spinrag op leggen om het helingsproces te versnellen. Bij roodvonk werd geadviseerd rode gordijntjes rond het bed te hangen en de patiënt rode kleding te laten dragen, en wie last had van nierstenen moest hoofdluizen slikken. En zelfs in de 20e eeuw, de eeuw van onze ouders, tastte men soms nog volledig in het duister. Toen de Spaanse Griep in 1918-1919 tussen de 50 en 100 miljoen mensenlevens eiste, dacht men in Amerika bijvoorbeeld dat het eten van uien een probaat ‘voorbehoedmiddel tegen de Spaansche Griep’ was. De Times in Engeland stelde voor ‘elken morgen den mond en neusgaten’ te spoelen ‘met een lauwe oplossing van zout en water’. Eucalyptus-olie werd ook regelmatig genoemd, net als levertraan en abdijsiroop. Volgens slijterij Schroeff te Paramaribo was ‘het dagelijksch gebruik van een glaasje Prima cognac en Prima wijn het beste voorbehoedmiddel tegen de Spaansche Griep’. Kortom: net als in de eeuwen ervoor, gold ook begin 20e eeuw in sommige gevallen nog altijd: ‘houd het bed, ontbied terstond een dokter en vergeet de biechtvader niet’.